Worden er in België genoeg alternatieven voor detentie ontwikkeld/toegepast?

Alternatieven voor detentie (ATD): elke wetgeving, beleid of praktijk die migranten toelaat om in de gemeenschap te verblijven zolang de verblijfsprocedure duurt of de (gedwongen) terugkeer of terugdrijving voorbereid wordt. Alternatieven voor detentie volgen een detentiebeslissing, die moet voorafgegaan worden door een individuele analyse die nagaat dat de detentiebeslissing noodzakelijk en niet willekeurig is, en die de kwetsbaarheid van het individu nagaat.

Wanneer er geen grond is om iemand vast te houden; is er ook geen reden om een alternatief voor detentie toe te passen.[1]

Op Europees vlak speelt of speelde België een voortrekkersrol wat “alternatieven voor detentie” betreft, met de oprichting van de zogenaamde “terugkeerwoningen” in 2008. Naast de terugkeerwoningen, noemt de Belgische overheid nog twee andere “alternatieven voor detentie”[2]: thuisbegeleiding door SEFOR en preventieve maatregelen om verdwijningen tegen te gaan.

De plannen om een nieuw gesloten centrum voor gezinnen met minderjarige kinderen op te richten staan echter haaks op deze trekkersrol die België speelde inzake “alternatieven voor detentie”.

Het Platform Kinderen op de vlucht is altijd tegen detentie van kinderen. Het Platform is van mening dat alternatieven voor detentie in België verder uitgebreid en versterkt moeten worden. Begeleiding moet gericht worden op ‘case management’ en ‘case resolution[3], met een holistische begeleiding op de basis van de methodiek van ‘toekomstoriëntering’[4], en niet enkel gericht op terugkeer.

Er moeten middelen vrijgemaakt worden om de bestaande alternatieven te kunnen evalueren en versterken. Andere alternatieven moeten worden ontwikkeld. Wij verwijzen graag naar het werk van de International Detention Coalition rond Alternatieven voor detentie. International Detention Coalition toont aan dat verschillende elementen noodzakelijk zijn om een succesvol alternatief te ontwikkelen, wat betreft kosten, medewerking met de overheid (compliance) en welzijn. Wij vernoemen er hier enkele van, die ons relevant lijken voor gezinnen in de Belgische context:

  • Screening en assessment bij aanvang, om een aangepaste opvolging te bepalen en alvorens, indien noodzakelijk, tot een toepassing van een alternatief voor detentie over te gaan. Deze initiële stap moet een individuele analyse van alle leden van het gezin inclusief de kinderen inhouden en kijken naar bvb. kwetsbaarheid, gezondheidsnoden, onderwijssituatie, voortraject, enz.
  • Begeleiding gebaseerd op een holistisch 'case management' voor de gezinnen. Zulk 'case management' is gericht op een duurzame oplossing ('case resolution'). In België werd zo bijvoorbeeld de methodiek van 'toekomsoriëntering'[2] ontwikkeld. Hierbij moeten alle opties om legaal in het land te verblijven en alle opties voor zelfstandige of begeleide vrijwillige terugkeer bekeken worden.[3]
  • Verzekeren dat personen goed geïnformeerd zijn en zo vertrouwen dat zij een eerlijke en tijdige procedure doorlopen hebben.
  • Contacten met de buitenwereld zijn noodzakelijk en moeten vergemakkelijkt worden, zodat gezinnen blijvend kunnen terugvallen op hun bestaande netwerk (in België, maar ook in het land van herkomst of ander land waar eventueel familieleden of vrienden verblijven).
 

[1] Het Platform Kinderen op de vlucht past een strikte definitie van “alternatieven voor detentie” toe. In een bredere definitie zijn “alternatieven voor detentie” alle maatregelen waarbij migranten niet vastgehouden worden voor immigratieredenen. Zie bij voorbeeld: International Detention Coalition, There are alternatives. A handbook for preventing unnecessary immigration detention (revised edition), 2015.

[2] De “thuisbegeleiding” en de “preventieve maatregelen” voldoen, volgens ons, momenteel niet aan de voorwaarden van het concept van “alternatieven voor detentie” (er wordt geen ‘bevel tot aanhouding’ uitgevaardigd; deze maatregelen kunnen opgelegd worden terwijl het nog niet bewezen is dat de terugkeer mogelijk of imminent is). Wij vermelden ze hier toch omdat de overheid ernaar verwijst als “alternatieven voor detentie” en omdat ze, naar onze mening, een opportuniteit kunnen zijn voor zowel de gezinnen als de overheid en tot volwaardige alternatieven kunnen uitgewerkt worden.

[3] Voor meer informatie rond methodieken van 'case management' en 'case resolution' verwijzen graag naar het werk van de International Detention Coalition rond Alternatieven voor detentie.

[4] ‘Toekomstoriëntering’ is de naam van een model van hulpverlening aan mensen zonder wettig verblijf, dat werd ontwikkeld door organisaties die mensen zonder wettig verblijf begeleiden, op basis van het Vlaams Integratiedecreet. Toekomstoriëntering vertrekt vanuit het eigen migratieproject van de cliënt. Er zijn twee doelstellingen: (1) Mensen zonder wettig verblijf correct en volledig informeren over hun verblijfssituatie en hen laten nadenken over hun toekomstmogelijkheden. (2) Mensen zonder wettig verblijf versterken en activeren om een bewuste, realistische keuze te maken voor hun toekomst.

 

Een campagne van

Unicef
Mineurs en exil

In samenwerking met

Caritas
Ciré
Vluchtelingenwerk Vlaanderen
JRS
Amnesty